Stadt Feuchtwangen

Het middelpunt van de stadskern is het marktplein met het voormalige stadhuis (vandaag Tourist Information), dat met zijn breed uitgestrekte patriciërshuizen en de antieke vakwerkhuizen een buitengewone beslotenheid vertoont en in de wijde omtrek bekend is als „Festsaal Frankens“ („Feestzaal van de Franken“) (1). Pronkstuk van het plein is de in 1727 gebouwde fontein ”Röhrenbrunnen”. Op de zuil van de fontein bevindt zich de Minerva als beschermvrouw van het inheemse ambacht. De omranding van de fontein wordt gesierd door de kleurrijke en historische wapens van Brandenburg en Württemberg alsook door de rijksadelaar en het stadswapen van Feuchtwangen, de spar.

Van het marktplein leidt een trap naar de Romeinse kruisgang (2), die vermoedelijk uit de tweede helft van de 12de eeuw stamt en voor cultuur- en theaterliefhebbers een begrip is: hier vinden iedere zomer de beroemde Kreuzgangspiele (kruisgangfestival) met openluchtopvoeringen van klassiekers uit de wereldliteratuur plaats. In de westelijke vleugel van het complex zijn de bezienswaardige handwerkkamers (3) (Openingsuren zie affiche Tourist Information) ondergebracht. Hier kunnen origineel bewaarde werkvertrekken van een suikerbakker, verver, pottenbakker, tinnegieter, schoenmaker en wever worden bezichtigd. (Tijdens het theaterseizoen is de kruisgang enkel als gast van het „Café am Kreuzgang“ (sluitingsdag maandag) te bezichtigen).

Eén van de karakteristieke bouwwerken van de stad is de stiftskerk (4). De voormalige kloosterkerk beschikt over aanzienlijke Romeinse bouwresten. Gotische stijl vindt men vooral aan het koor. Het Maria-altaar werd in 1484 door Michael Wolgemut, de leraar van Albrecht Dürer, vervaardigd. Het uitgesneden koorgestoelte is een Zwabisch-Frankisch werk uit de tijd rond 1500. Opvallend zijn een heleboel epitafen van de renaissance tot aan de barok. Een bezoek aan de naast de stiftskerk gelegen Sint-Janskerk (5), de voormalige parochiekerk, is eveneens de moeite waard. De beschilderingen van de gewelven van het koor stammen uit de tijd rond 1400. Het barokke altaar werd in 1680 vervaardigd, de begeleidende figuren omstreeks 1500. Belangrijk is ook het zandsteenreliëf van Jörg von Ehenheim, die in 1499 stierf. Langsheen het stadhuis, het voormalige “Kastenamt” (belastingkantoor voor belastingen in natura) in de tuin van het Forstamt (bureau voor bosbeheer) met de Kleine Galerij (6), gaat het naar de Bovenpoort (7), de enige poort die nog bewaard is van de oorspronkelijke drie stadspoorten. Naast de beide kerken ligt de ”Kasten” (8). Hier stond vroeger de Peter- en Paulskapel, die diende voor de bewaring van de beenderen van overledenen. Het bezienswaardige Vakwerkgebouw ontstond in 1565 als schuur voor belastingen in natura uit goederen van het voormalige stift. In 1982 werd de “Kasten” omgebouwd tot stadshal.

Als de bezoeker voorbij gaat aan de “Kasten”, komt hij aan de fontein ”Taubenbrünnlein” (9). Op de zuil van de fontein is de sage van de jacht van Karel de Grote en van de kloosterstichting te lezen. Via de tussenruimte tussen de muren bereikt men het graanpakhuis (10), de plaats van handel in de middeleeuwen met een verzameling oude brandweermaterialen. Via het marktplein verder door de Museumsstraße bereikt men het Fränkisches Museum (11), één van de mooiste volkskunstmusea van Zuid-Duitsland. Een representatief centraal punt voor de documentatie en bestudering van het amateurkoorwezen is het Sängermuseum van Feuchtwangen (12).